vakantie Turkije Griekenland

Openbaring 3. Zevende brief aan Laodicea



14 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt (n) de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, (o)de oorsprong van Gods schepping:
n Openb. 1:5,6; o Kol. 1:15

15 Ik ken uw werken, dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet!

16 Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.

17 Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent.

18 Daarom raad Ik u aan, dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en (p) witte kleren, opdat u bekleed wordt en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt. En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien.
p 2 Kor. 5:3; Openb. 7:13; 16:15; 19:8

19 (q) Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.
q Job 5:17; Spr. 3:12; Hebr. 12:5

20 Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort, en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden, en hij met Mij.

21 Wie overwint, (r) zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij gezet heb met Mijn Vader op Zijn troon.
r Matt. 19:28; 1 Kor. 6:2

22 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.



oude bijbel manuscript


Index