welkom bij vakantie in Turkye is ook Efeze


Efeze 4 ik, de gevangene in den Heere.


1 Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt
waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt;
2 Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende
elkander in liefde;
3 U benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door den band des vredes.
4 Een lichaam is het, en een Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot een
hoop uwer roeping;
5 Een Heere, een geloof, een doop,
6 Een God en Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u
allen.
7 Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven, naar de maat der gave van
Christus.
8 Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis
gevangen genomen, en heeft den mensen gaven gegeven.
9 Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in
de nederste delen der aarde?
10 Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is verre boven al de
hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou.
11 En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten,
en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars;
12 Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des
lichaams van Christus;
13 Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van
den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van
Christus;
14 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en
omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door
arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen;
15 Maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opwassen in Hem,
Die het Hoofd is, [namelijk] Christus;
16 Uit Welken het gehele lichaam bekwamelijk samengevoegd en samen vast gemaakt
zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk
deel in [zijn] maat, den wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing
in de liefde.
17 Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk
als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds.
18 Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de
onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten;
19 Welke, ongevoelig geworden zijnde, zichzelven hebben overgegeven tot
ontuchtigheid, om alle onreinigheid gieriglijk te bedrijven.
20 Doch gij hebt Christus alzo niet geleerd;
21 Indien gij naar Hem gehoord hebt, en door Hem geleerd zijt, gelijk de
waarheid in Jezus is;
22 [Te weten] dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden
mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding;
23 En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds,
24 En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware
rechtvaardigheid en heiligheid.
25 Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn
naaste; want wij zijn elkanders leden.
26 Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid;
27 En geeft den duivel geen plaats.
28 Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed
is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene, die nood heeft.
29 Geen vuile rede ga uit uw mond, maar zo er enige goede [rede] is tot nuttige
stichting, opdat zij genade geve dien, die dezelve horen.
30 En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot
den dag der verlossing.
31 Alle bitterheid, en toornigheid, en gramschap, en geroep, en lastering zij
van u geweerd, met alle boosheid;
32 Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander,
gelijkerwijs ook God in Christus ulieden vergeven heeft.

welkom bij vakantie in Turkye Turkije en Griekenland